Dat de bouwsector voor Vlaanderen een zeer belangrijke sector is staat buiten kijf: een rechtstreekse tewerkstelling van circa 150.000 mensen – tot zelfs 300.000 mensen als de indirecte tewerkstelling wordt meegerekend (bron: Vlaamse Confederatie Bouw – Visierapport 2010). Op het vlak van toegevoegde waarde staat de bouwsector voor 5 % in van het Belgisch BBP. Als ook hier de onrechtstreekse en aanverwante toegevoegde waarde creatie wordt bijgeteld komt dit neer op circa 10 %. De sector verenigt meer dan honderd beroepen die worden uitgeoefend in meer dan 80.000 bedrijven, voor het overgrote deel KMO’s en eenmanszaken, in België.
Dit heeft uiteraard zijn weerslag op logistiek vlak. Een groot aandeel van het goederenvervoer heeft betrekking op bouwgerelateerde stromen. Cijfers voor Nederland geven bvb aan dat 25 % tot 30 % van het goederenvervoer over de weg verband houdt met de bouwsector.
Voor Vlaanderen zal dit niet significant anders zijn. De logistieke kosten worden dan ook geraamd op 8 % tot 15 % van de totale bouwkosten. En daarbovenop komen dikwijls nog enkele procenten (soms tot 10 %) aan kosten omwille van efficiëntieverlies (owv bvb slechte afstemming, kwaliteitsproblemen, herstelling of rework, wachten, gebrekkige communicatie, … ).