Kaderovereenkomst duurzame stedelijke logistiek ondertekend

                                                                                                                                                                                              Foto’s: copyright DMOW

 

Op 20 juni werd de kaderovereenkomst duurzame stedelijke logistiek ondertekend door een twintigtal vertegenwoordigers van de Vlaamse overheid, sectororganisaties en andere stakeholders. Ook Steve Sel, manager regionaal bij VIL, was aanwezig om de overeenkomst mee te ondertekenen.

“Deze overeenkomst is het resultaat van een opdracht die we hebben gekregen van de afscheidnemende Vlaamse Regering. We zien dit als een memorandum waarmee een volgende Vlaamse Regering een uniforme, samenhangende en heldere regelgeving kan realiseren die gedragen wordt door de sector en van toepassing is op al onze Vlaamse steden”, zegt Filip Boelaert, secretaris-generaal van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW).

In het Vlaamse regeerakkoord en de Vlaamse lucht- en klimaatbeleidsplannen is opgenomen om vanaf 2025 een emissievrije stedelijke distributie te realiseren. Onderzoek leert dat stedelijke logistiek enorm veel bijdraagt aan de luchtvervuiling. Denk aan het rondbrengen van pakjes met bestelwagens, afvalophaling, het leveren van materiaal voor supermarkten of bouwwerven …. Van de CO2-uitstoot in steden die veroorzaakt wordt door transport is minstens 25% afkomstig van goederenvervoer en diensten. Voor andere emissies, zoals stikstofoxiden en fijnstof, loopt dat op tot 30% of zelfs 50%. Daarnaast speelt logistiek ook een rol in files, verkeersveiligheid, ruimtebeslag en geluidsoverlast.

Resultaat van intensieve en constructieve samenwerking
Deze kaderovereenkomst is het resultaat van een proces dat in de zomer van 2021 werd opgestart. Toen keurde de Vlaamse Regering de nota goed waarin de werkwijze werd vastgelegd voor het project emissievrije stedelijke distributie. Het volledige proces omvat een voorbereidend onderzoek, enkele pilootprojecten en een stakeholdertraject dat finaal moest leiden tot een kaderovereenkomst. De Vlaamse overheid werkte tijdens dit proces nauw samen met de (centrum)steden en stakeholders uit de sector.

De voorbereidende studie startte in september 2022 en onderzocht de uitrol van zero-emissiezones voor stadslogistiek (ZES) in (centrum)steden. Dat zijn stadsgebieden waar geen vervuilende vracht- of bestelwagens mogen rijden. Concreet brengt de studie de impact en randvoorwaarden voor zo’n invoering in kaart. Naast de noden met betrekking tot (laad)infrastructuur, logistieke operaties en investeringen werden flankerende maatregelen, zoals premies voor elektrische voertuigen en cargobikes, verder onderzocht. De case studies vonden plaats in Kortrijk, Leuven en Antwerpen. Omdat het de bedoeling is dat alle steden kunnen leren uit deze cases, werd bij de selectie van de rekening gehouden met de representativiteit en schaalbaarheid naar het Vlaamse niveau.

Op basis van de voorbereidende studie schoof het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid enkele leidende principes naar voren. Die dienden als basis voor de intentieverklaring die in november 2023 werd ondertekend. Met de intentieverklaring engageerden de steden, de betrokken sectoren en de Vlaamse overheid zich tot het creëren van gezamenlijke doelstellingen en een kader.

Daarna volgde een intensief en constructief stakeholdertraject van zes maanden waarin vrijstellingen, individuele toelatingen, handhaving, flankerende maatregelen (waaronder subsidies voor voertuigen en laadinfrastructuur) en het ambitieniveau werden besproken. De uitkomst werd neergeschreven in een kaderovereenkomst. In aanwezigheid van de betrokken partners werd die gisterenmiddag ondertekend. Op basis van de resultaten uit de voorbereidende studie en de intentieverklaring werden afspraken gemaakt over de maatregelen, rolverdeling en prioriteiten waarin alle partijen zich konden vinden.

Filip Boelaert, secretaris-generaal Departement MOW: “Dit is een verdere stap in de richting van de integratie van zero-emissiezones  voor stadslogistiek in het mobiliteitsbeleid van lokale besturen. Graag bedank ik iedereen die heeft meegewerkt aan dit intensieve traject voor de constructieve samenwerking. Nu kan een volgende Vlaamse Regering hier verder mee aan de slag gaan.”

Belangrijkste elementen in de kaderovereenkomst
De kaderovereenkomst bevat meerdere maatregelen, gaande van de integratie van ZES in het mobiliteitsbeleid van steden en gemeenten én het uitwerken van regelgeving, over de implementatie van handhavingssystemen én het stimuleren van de modal shift tot monitoring en evaluatie én het aanbieden van emissievrije vervoermiddelen en laadinfrastructuur.

De overeengekomen ambitie voor voertuigen die de ZES betreden is als volgt:

·        Voor nieuw aangekochte bestelwagens is het de bedoeling om vanaf 2027 emissievrij te zijn, voor alle voertuigen binnen die categorie is dat 2033.

·        Voor nieuwe N2- en N3-vrachtwagens en -tractoren is het ambitieniveau 2029, voor alle voertuigen werd dat 2035.

Ook voor de toegelaten euronormen van voertuigen is een ambitieniveau opgenomen in de overeenkomst. Zo werd vastgelegd dat Vlaanderen de meest vervuilende voertuigen (voertuigen ouder dan 15 jaar) uit stadskernen weert. Om zero-emissiezones voor stadslogistiek zo eenvoudig mogelijk in te voeren, blijkt dat een handhavingssysteem aan de hand van slimme camera’s het meest geschikt. Om buitenlandse voertuigen te vatten zijn wegcontroles het meest aangewezen.

De kaderovereenkomst bevat een voorstel voor de flankerende maatregelen die nodig zijn bij de invoering van zero-emissiezones voor stadslogistiek. Een volgende regering kan beslissen over de concrete uitwerking van die maatregelen.

Next steps
Met deze kaderovereenkomst kan een volgende Vlaamse Regering een regelgevend kader opstellen voor emissievrije zones voor vrachtvervoer in Vlaamse steden. Wanneer de Vlaamse Regering deze stappen gezet heeft, kunnen steden en gemeenten daarmee verder aan de slag gaan en dit opnemen in hun bestuursakkoord. Vlaamse steden zullen dus zelf kunnen beslissen op welk moment ze een zero-emissiezone invoeren. De eerste zones kunnen er komen in 2027. Tot slot zullen de transportsector en de steden betrokken worden in het vervolgtraject via een evaluatiecommissie.

Lijst van stakeholders

De kaderovereenkomst werd ondertekend door vertegenwoordigers van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, de Vlaamse Milieumaatschappij, het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA), het Agentschap Binnenlands Bestuur, VLAIO (Vlaams Agentschap Innoveren & Ondernemen), de VVSG, Belgian Cycle Logistics Federation, Bond Beter Leefmilieu, Comeos Vlaanderen, Unizo, Embuild, Bouwunie, VIL, Febiac, Synergrid, Transport & Logistiek Vlaanderen, Febetra, BECOM en NELECTRA.

 Link met CPT VIAVIA-project

Vlaanderen zet ook breder in op emissievrije logistiek. In 2023 en 2024 lanceerde de Vlaamse overheid in 2024 een oproep voor CPT-projecten, die gesubsidieerd worden ter uitvoering van het beleidskader ‘Clean Power for Transport’ (CPT). De oproep richt zich op (semi)publieke laadoplossingen voor vrachtwagens. De oproep van 2023, specifiek voor vrachtvervoer, leverde 7169 laadequivalenten (CPE) op en toonde aan dat er nood is aan bijkomende ondersteuning. Vlaanderen verlaagt hiermee de drempel voor transporteurs om te investeren in elektrische voertuigen. De geselecteerde projecten van 2024 moeten nog bekend gemaakt worden. 

Met het VIAVIA-project (Vrachtvervoer Intelligent Aanpassen en Vergroenen via een Integrale Aanpak) wil de Vlaamse overheid het goederenvervoer over de weg, het water en in de lucht verduurzamen en modal shift richting water en spoor bewerkstelligen. 

Meer weten? 

Contacteer Steve Sel (steve.sel@vil.be)

VIL staat voor een sterk logistiek Vlaanderen

VIL VZW

De Burburestraat 6-8
B-2000 Antwerpen
T: +32 (0)3 229 05 00
E: info@vil.be
BTW: BE 0480.185.038

VIL
VIL