Zelfrijdende voertuigen kunnen ingezet worden voor efficiëntere pakjesbelevering in een stad. De technologische mogelijkheden zien er veelbelovend uit, al zal een grootschalige inzet deze voertuigen niet voor de eerstkomende jaren zijn. Hiervoor is een aanpassing van de wetgeving nodig, alsook voldoende volume. Dit kan enkel gerealiseerd worden door middel van samenwerkingsmodellen.
In het project ALEES onderzocht VIL, samen met zeven bedrijven en de stad Mechelen, de mogelijkheden die zelfrijdende voertuigen kunnen bieden voor leveringen in stadscentra. Zelfrijdende eenheden bieden heel wat voordelen in een stad. De wagens zijn compact, stil, emissieloos en veilig. Ze hanteren flexibele routeplanningen en een betere belading, en bijgevolg een hogere efficiëntie van aan- en afleveringen. Meer geconsolideerde leveringen zorgen bovendien voor minder verkeer en een hogere leefbaarheid in de stadscentra.
Hypergeconnecteerd netwerk
Een ideaal scenario is een hypergeconnecteerd netwerk waarin autonome voertuigen maximaal benut worden. Inbound volumes, zoals voorraden van lokale retailers en handelaars zullen worden opgeslagen in een stedelijk distributieplatform aan de rand van de stad. Autonome voertuigen kunnen vervolgens ingezet worden om deze goederen verder naar het stadscentrum te vervoeren. Daarnaast zullen in het stadscentrum verschillende micromagazijnen fungeren als connectoren voor alle mogelijke lokale vormen van distributie. “Om dit scenario rendabel te maken is er voldoende volume nodig. Vlaanderen heeft geen wereldsteden, dus er zal moeten samengewerkt worden. Die samenwerking tussen verschillende partijen is cruciaal, maar meteen ook de moeilijkste opdracht”, aldus VIL projectleider Kris Neyens.
Langdurige testen in verschillende steden
Op 25 mei heeft VIL een eerste test uitgevoerd met een zelfrijdend voertuig van het Franse bedrijf Easymile in het centrum van Mechelen. Het voertuig legt volledig autonoom een traject af en maakte verschillende tussenstops bij lokale handelaars om pakjes te af leveren. Er werden verschillende scenario’s uitgetest, waaronder de levering van gekoelde goederen. “Dankzij het gebruik van droogijs hebben we kunnen aantonen dat ook gekoelde en diepvries levensmiddelen veilig tot de eindbestemming raken. Het koudemiddel reist mee van de fabrikant tot bij de eindgebruiker, zonder de koudeketen te onderbreken, zonder interventie van derden. Zo sluit het perfect aan bij het gebruik van een autonoom voertuig voor de last mile deliveries. We zijn als deelnemer in het project verheugd te zien dat de demo een succes was. Zowel de positieve reacties van omstaanders op de toch wel drukste winkelstraat van Mechelen, als die van de deelnemende winkeliers blijven bij”, aldus Koen Dragers, Key accountmanager ACP.
Langdurige testen zijn aangewezen en zullen opgezet moeten worden met één of meerdere logistieke dienstverleners, steden en de bevoegde gewestelijke en federale overheden. Het belang van een coördineerde aanpak bij het testen van deze voertuigen kan niet genoeg onderstreept worden. De wederzijdse injectie van kennis en ervaring van de industrie en de logistieke sector moeten onze overheden sterken met concrete expertise. Dit zal uiteindelijk leiden tot een snellere implementatie van autonome stadslogistieke voertuigen en de daaraan verbonden voordelen.
Projectdeelnemers: ACP, bpost, Bringme, DHL PARCEL BELUX, Stad Mechelen, Rhenus SML, Trimble, en Port of Antwerp.
Het Duitse instituut Fraunhofer heeft dit project ondersteund voor het uittekenen van de nodige IT-architectuur.
Einde van het persbericht.