Project ILSE afgerond

22 maart stond het slotevent van het project ILSE – of voluit ‘Innovative Logistics for a Sustainable Environment’ – op het programma. Het project ging van start in juni 2013.

ILSESamen met 18 bedrijven onderzocht het VIL innovatieve logistieke concepten die afvallogistiek efficiënter en ook duurzamer kunnen maken, om ze vervolgens in de praktijk uit te testen. Grotere transportefficiëntie en lagere inzamelkosten leiden tot het sluiten van meer kringlopen. Dit zorgt voor meer en betere recyclage, een toename in het hergebruik van grondstoffen en bijgevolg minder afvalverbranding. Passende logistieke concepten hebben dus niet alleen een positief effect op de kosten, maar ook op het milieu.

Geen circulaire economie zonder logistiek
Het kringloopdenken en Cradle to Cradle winnen aan belang, zowel in de productieprocessen als de “verlengde logistieke keten”. Dit moet ertoe leiden dat gebruikte materialen aan het einde van de levensduur van het product gerecupereerd kunnen worden en dat met zo weinig mogelijk kwaliteitsverlies. De retourketen moet volledig gesloten zijn. Het logistieke aspect wordt hierbij vaak onderschat, blijkt uit het project. Vanuit materiaaltechnisch oogpunt kan het dan wel mogelijk zijn Cradle to Cradle in de praktijk te brengen, de logistieke kant van het verhaal moet ook volgen. Zolang de keten logistiek gezien niet op een efficiëntie manier gesloten kan worden, is het kringloopmodel geen duurzaam model.

We kunnen met andere woorden pas echt van Cradle to Cradle spreken als naast de productieprocessen ook de logistieke organisatie er op ingericht is. Dat dit geen sinecure is, wordt bevestigd door meerdere bestaande praktijken die in het project aan bod kwamen. Waar men vaak mee worstelt zijn de fijnmazige inzamelstromen. Daarvoor is het nodig om volumes te creëren en zo de logistieke inzamelkost per eenheid te drukken. Daarnaast moet administratieve vereenvoudiging met betrekking tot het transport van afval bedrijven faciliteren in hun wil om kringlopen op te zetten.

Transport vermijden
De meest duurzame vorm van omgaan met afval is uiteraard het voorkomen van afval. Dit geldt ook voor transport. Lokale verwerking is vanzelfsprekend niet altijd mogelijk, dus moet vanuit de kringloopgedachte ook aandacht uitgaan naar het verduurzamen van de afvalstromen. In die zin werden ook de pilootprojecten geselecteerd. Door gebruik te maken van sensortechnologie om de vullingsgraad van containers te monitoren, kan de ophaling geoptimaliseerd worden. Door enkel volle containers te ledigen of op te halen, worden onnodige kilometers vermeden, wat zowel interessant is op vlak van kosten als qua milieu-impact. Testen wezen uit dat dit ook op de veelgebruikte open afzetcontainers technisch mogelijk is en leverden een positieve business case op voor afgelegen en moeilijk bereikbare locaties. Het zijn namelijk die locaties waar de meeste kilometers en tijd uitgespaard kunnen worden.

Afval over binnenvaart
Heel wat afvalstromen worden vandaag via de weg vervoerd. Indien er de nodige volumes zijn om te kunnen genieten van de schaalvoordelen van andere transportmodi zoals spoor en binnenvaart, kunnen dit perfecte alternatieven zijn. De meeste afvalstromen hebben namelijk geen tijdskritisch karakter en korte doorlooptijden zijn geen vereiste. Toch is slechts 7% van de jaarlijkse tonnages van de binnenvaart afvalgerelateerd zijn.

Voor een specifieke afvalstroom, waarbij zowel de verlader (IOK) als de ontvanger (Stora Enso) langs een waterweg gelegen zijn, werd onderzocht of en op welke manier deze stroom op een praktisch en financieel haalbare manier kan overgeheveld worden op het water. Er werd vastgesteld dat het vandaag nog steeds goedkoper, sneller en flexibeler is om goederen over de weg te sturen. Uitgerekend per afvalzak is de meerkost van de binnenvaart in de becijferde case echter kleiner dan 1 eurocent. De voorgestelde binnenvaartoplossingen bieden bovendien opportuniteiten om van start te gaan en gaandeweg door kostenoptimalisaties het beperkte prijsnadeel weg te werken.

Rol voor de overheid?
Uitgaande van een meerkost en rekening houdende met de maatschappelijke impact kan men zich de vraag stellen of er geen rol is weggelegd voor de overheid om laagwaardige volumineuze afvalstromen van de weg te halen. Een andere aanbeveling luidt dat bedrijven die zich langs de waterweg vestigen bij de inrichting van hun terrein meer rekening moeten houden met het (toekomstige) gebruik van de binnenvaart. Onnodige handelingen en voor- en natransport op de eigen site kunnen een financiële business case in het gedrang brengen.

18 deelnemende bedrijven
Het VIL dankt iedereen die rechtstreeks of onrechtstreeks heeft meegewerkt aan de realisatie van het project, en in het bijzonder de Universiteit Antwerpen als partner én de deelnemende bedrijven en organisaties: Brussels Airport Company, Coeck Betonfabriek, Contraload, nv De Scheepvaart, Desso, Imperbel-Derbigum, Infrabel, Komosie, POM Oost-Vlaanderen, Procter & Gamble, Saint-Gobain (Gyproc-Isover), Shipit, Siemens, SUEZ Recycling and recovery Belgium, Unilever, Vanheede Environmental Logistics, Van Moer Group en Waterwegen en Zeekanaal NV.

VIL staat voor een sterk logistiek Vlaanderen

VIL VZW

De Burburestraat 6-8
B-2000 Antwerpen
T: +32 (0)3 229 05 00
E: info@vil.be
BTW: BE 0480.185.038

VIL
VIL